48 Als kunst, gevoel en smaak zich paren, Waar zang of zinrijk spel ons hooit Men 't hart door Toonkunst voelt ontgloeid Of huppelt op den klank der snaren En weelde en lust te zamen vloeit. Die vreugd komt thans de Lente stuiten Zij doet de Winterfeestzaal sluiten. Leent aan die roepstem thans gehoor Die in het rond U klinkt in 't oor Naar buiten! Naar buiten De tnuffe stadsdamp thans ontvlugt. Wilt U in 't open veld begeven Waar alles kiemt ton hloeijend leven En ge adem schept in frissehe lucht. Op bergin dal en heuvelklingen Ontwaakte ook 't zangrig vooglenheer Heur oude wildzang klinkt er weêr En waar de lieve vooglen zingen Daar werpt de mensch het speeltuig neêr. Bij 't zwak akkoorddat hij kan uiten Doet hij het koor der oefning sluiten. Leent aan die roepstem dan gehoor, Die in hot rond U klinkt in 't oor Naar buiten II. MARONIER.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1860 | | pagina 120