17
het inkomen der landerijen) te betalen. Hl. S. beschrijving
van Schiedamhl. 90 verso.
1528.
In Sprokkelmaand deed do Stadhouder de Staten, op eerie
dagvaart te Dordrecht beschrijven en aan welke hij een
verzoek doet om vijf duizend gulden jaarlijksche losrenten
tegen den penning zestien te verzegelen (1) welke renten
liet land in drie jaren betalen moest, belovende de Keizer
die dan in de drie volgende jaren te zullen aüossen. Maar
de Staten waren niet te bewogen om hun zegel te hechten
aan die verzegeling en zouden welligt er niet voor gestemd
hebbenindien zeker onverwacht voorval hen niet in allerijl
daartoe had doen besluiten.
In Lentemaand overrompelden en plunderden de Gelder-
schen 's Dagehetgeen zeer schielijk werd uitgevoerd om
niet achterhaald te worden op de wijze als de stroopende
Arabieren te werk gaan. M. S. beschrijving van Schiedam,
bl. 90. GoulhoevenChronijle bl. 588.
Overal in Holland werd van wege den Keizer geordon
neerd, dat er 18000 voetknechten en 1500 ruiters zouden
worden opgeschreven om de Gelderschen uit Overijssel en
Utrecht te verdrijven en hen daardoor tevens het afloopcn
van het platte land van Holland te beletten. M. S. be
schrijving van Schiedam, bl. 90 verso.
De Vriessche vrijbuiters namen ter zee vele Hollandsche
koopvaardijschepen en daaronder twee van Schiedam.
Ter vergadering van Holland werd overwogen of men
(1) Dit is, zooveel geld opnemen dat de jaarlijksche renten
daarvan vijf duizend gulden beloopen.