DE MAN NAAR DE WERELD. Een man in verbeelding; In daden een kind; Een toon als een meester Maar leèg als de wind Een Heer in 't bevelen; Door niemand gevreesd. Een ander een worrem En zelf een groot beest. Uitwendige luister Van binnen geen gloed Een grootsche verlooning, Tot handle» geen moed; Geleerd zonder weerga De wijsheid in pacht Het liefste geprezen En 't meeste veracht. 3

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1861 | | pagina 105