39
«Waarmede om 't grool gewigt elk raadslid is vervuld
»Die om 't onwis gevolg ook ieder moet verkoelen.
»De vraag rees- naamlijk op: Wat wel het heste is,
«Dat ied're man voortaan twee vrouwen zich mag kiezen
»Of dat de wet dit regt in haar faveur beslis
«En zij een tweeden man mag nemen voor 't verliezen
Naauw heeft Papimus zijn klein relaas volend
En is de jongeling aan 't moeder oog onttogen
Of deze, in vasten waan dat zij de raadszaak kent,
Isblijde en kwaad gelijknaar een vriendin gevlogen
Op 't eerlijk vrouivenwoord wordt die ook deelgenoot
En slechts een' enk'len dag kon daarna henensnellen
Toen menig vrouwlijk hart in Rome zich ontsloot
Om 't aanvertrouwd geheim vertrouwlijk te vertellen;
De een' btagt het aan haar moei en de andere aan haar nicht,
Vooral moest menigeen 't idee van buurvrouw weten
't Gaf algemeen gemorwant 't manvolk werd beticht
Dat 't bij die dubb'le vraag zich zelf niet zou vergeten
't Moest weer vergaad'ring zijnde dag en 't uur verscheen
Het marktplein is gevuld door vrouwendie in hoopen
Krioelen ginds en heren dringen derwaarts heen
Waar ze een van Rome's Raad het plein zien overloopen.
«Ach Heer," luidt daar haar taal «verander'tlnrtvlijkniet!
«Wij smeeken 't necd'rig af: staak zulke nieuwigheden!
«Wees met een' vrouw contentcén meer gaf ligt verdriet,
«Wijop ons woord van eer, zijn met één man te vreden
Vergeefs beproef ik thans in schets U aan te hièn
Het lagchend vreemd gelaat van al die groote Heeren
Die door het schoon geslacht zich zoo omsingeld zien
Te meer nog als men let op d' aard van 't demonstreren:
Geen raadslid vat de vraagnoch de oorzaak van 't verzoek