19
wij-bisschop van Utrecht, ingewijd, zoodat men lot haren
ophouw 90 jaren besteedde. Wat nu aanleiding tot dezen
houw gaf is onzekervermoedelijk was door de meer en
meer toenemende bevolking de eerste parochie-kerk te klein.
Deze parochie-kerk werd eertijds door de eerw. paters
Norbertijnen uit Mariënwaerd bediend. Do eerste is geweest
do cerw. Andries, die opgevolgd werd door Joannes Engel
van Dordrecht. In 1500 vinden wij IlEnjiAN van Rossum,
die als opvolger Hendrik van Weert of van Woert heeft
gehad. In 1515 komt als pastoor van Schiedam voor Mar-
ti.wjs Dorpius (Maarten van Dorp) in 1553 Johan de
MEUEnook wel Hardenberg genaamdterwijl als laatste
pastoor voor de overgang der kerk aan de Hervormden,
Cornelis van Gouda wordt opgegeven, aan wien na zijne
verjaging uit Schiedam, do Buurkerk te Utrecht werd
opgedragen.
In deze kerk waren onderscheidene altaren hot hoofd
altaar staande in het groot koor, was toegewijd aan den
II. Joannes de Dooper. Vervolgens was er het altaar der
II. Drievuldigheidder Veertig Martelarenvan den II. Mi
chael, van de HH. Petrus, Ursula en alle Heiligen, het
altaar van Onze Lieve Vrouw, den H. Hubert, van den
II. Geest en anderen.
In deze parochie-kerk waren ook drie beneficiën gesticht.
Dit van de Veertig Martelaren dit van den II. Petrus en
dit van do II Ursula en van alle Heiligen. Volgens Schic-
landsche oudheden was liet tweede aan Sr. Michaels altaar
en het derde aan dit van den II. Petrus, der II. Ursula
en van alle Heiligen. Ook was in deze kerk weleer een
vermaard beeld dor Moeder Gods hetgeen een schipper
naar Antwerpen wilde vervoeren om hetzelve aldaar te ver-
koopendan hij konde zijnen kostbaren last niet ter ver
langde plaats krijgen, weshalve men besloot hetzelve in
de kerk weder te brengen waar het sinds met diepon