21
was eertijds in liet Z. 0. deel der kerkwaar thans do
consistorie kamer is. (1)
Wij vinden ook eene kapel der Zeven getijden vermeld
waar zij echter stond is thans onbekend.
De godsdienstige geestwaarmede de geloovigen van dien
tijd bezield warendeed hen vooral de dingen zoeken
welke hier boven zijnwaarom dan ook zeer velen aan het
gewoel der wereld zich onttrokkenwat hier even als
elders het ontstaan van eenige kloosters of conventen gaf,
die bovendien den armen een zeker toevlugtsoord waren
alwaar zij dagelijks werden gespijsd. Zoo vinden wij dan
een klooster van de II. Uiisula gesticht in 1424 alwaar
do derde regel van den 11. Fiianciscus werd onderhouden. (2)
Eenigen tijd daarna is dit klooster afgebrand en toen naar
Kelliel verplaatst. Volgens eene andere beschrijving zoude
dit klooster in 1429 zijn afgebranden toen een nieuw
nabij de Kclhelpoort gebouwd en het klooster der 11.
(1) De welwillendheid van den lieer P. J. van Dijk alhier
heeft ons in liet bezit cener teekening van gemelde grafzerk
gesteld. Zoo wij wel zjjn ingelichtdan bevinden zich
relieken van de H. Maagd Ludwina in handen der Bis
schoppelijke Clerezy alhier, welke ook in liet bezit is eener
oorspronkelijke uitgave van haar heilig leven, beschreven
door den eerw. pater Bkugman.
(2) Op 's Geertrudisdag of den 17 van Lentemaand 1425
wijdde Matthias, bisschop van Setuaniën, wij-bisschop van
Frederik van Blankenherg, bisschop van Utrechtde
kapel van St. Ursula in, cn verleende een ailaat van 40
dagen aan hen, die deze kapel bezoeken en er aalmoezen
aan geven zouden. Sat. Sac.
Een naauwkeurige beschrijving van deze uitgave is
te vinden in de Schiedamsche Courant van 2ü Mei 1S5C,
n". G03. red.