2(5 slacht van Avennes behoorde, en, al ware hot juist hierom alleenbij van Borselen gehaat was. Nog voor zijne herstelling gaf Jan van Avennes eenige privilegiën aan Schiedamen noemde het daarbij zijne poorte van den Nieuwendamme. De uitdrukking zijne maakt het meer dan waarschijnlijk, dat hij handelde als heer, voor zijnen broeder Floris, aan wien eigenlijk de heerlijke regten na den dood zijner moeder in vrij eigendom gekomen waren. Of Floris die aan zijnen meer eergierigen, heerschzuchtigen en magtigen broeder had verkocht of geschonken is mij niet gebleken. Hoe hot zij, Jan van Avennes handelde als magthobbendc, alleen met den titel van graaf van Hene gouwen, en bepaalde den 21 Julij 1299 onder anderen, dat er eene haven mogt gegraven worden met eene sluis, opdat de schepen tot binnen de stad zouden kunnen komen, en dat tot dekking dor daartoe te maken kosten, eene belasting zoude worden gevorderd van eens ieders eigen dommen zoo roerende als onroerende binnen de stad of hare jurisdictie; alsmede dat er bij deze sluis een tol mogt geheven wordenen dat men de aarde tot den aanleg dezer werken benuodigd, moest nemen uit de plaats genaamd het Frankenland, (t) Vermoedelijk is dus omtrent dezen tijd een gedeelte der thans zoogenaamde Buitenhaven, de Lange Haven en een deel der Korte Haven gegraven, en is toen de sluis gemaakt, die tot voor weinige jaren onder de brug aan het oostelijk eind der Lange Haven bestond. Wat nu do Plantaadje, het Frankenland en het Hoofd is, was nog land, dat dagelijks onder water liep, hoogstens eene plaat. Er had wel vroeger steeds gemeenschap tusschen de Schie en do Maas plaats, maar bet daartoe dienende kanaal was op het einde der 13e eeuw te smal en te ondiep om schepen van eenigen diepgang te kunnen bevatten, en dus (1) 21 Juüj 1299. v. M, I. 604, 605.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1862 | | pagina 100