27 tot liaven to dienen. Het aanleggen dezer werken getuigt ongetwijfeld van belangrijke uitbreiding cn toeneming in welvaart en aanzien der stad. In November des zelfden jaars ging bet grafelijk bestuur, niet den dood van Jan I, den laatstcn graaf uit bet Ilol- landscbe huis, in dat van Henegouwen over, en wel op Jan van Avenues, graaf van Ilenegouiven, den toenmaligcn beer van Schiedam. Met dezen overgang schijnt de heer lijkheid van Schiedam opgehouden te hebben te bestaanen geheel en al tot de grafelijkheid teruggekeerd te zijnnergens toch vindt men er na dien tijd meer gewag van gemaakt. Uit de eerste jaren der regering van Jan II is niets aan gaande Schiedam bekend. Het schijnt echter bestendig in aanzien en in bevolking toegenomen te zijn, want kort na zijne verheffing tot graaf, nam Jan II een besluit, (1) waarbij bepaald werd, dat die van Schiedam hem op zijne heervaarten dienen moesten met eene kog van 25 mannen, waaronder G uit Schieambacht, i uit den Broek, 2 uit 's Ileeren-OoMEns-ambachten één uit Matenesse, te zamen 13, zoodat er 12 koppen voor rekening dor stad bleven, hetgeen reeds eene voor dien tijd tamelijk talrijke bevolking moet doen vooronderstellen (2). 8. Oorlog met de Vlamingen onder Jan II. De tweede vermelding, die men in de oude kronyken van Schiedam gemaakt vindt, komt voor bij het verhaal der liijeen- (1) Den 25 Julij 1301. v. M. t. a. pl. D. II. hl. 20. (2) In 1340 bepaalde Willem IV, dat de Rotterdammers hem in zijne heervaarten insgelijks met eene kog met 25 manschappen ten dienste moesten staan. Flosis V vorderde in 1272 van de ingezetenen van Gouda slechts 5 mannenzonder dat hij daarbij van eene kog ge-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1862 | | pagina 101