28 roeping van een leger alhier door Jan II in 1303, en voorts bij dat van den optogt der Hollandsche edelen en poorters tegen de Vlamingen in het jaar 1304-, onder 's graven zoon Wili.em van Oostervant, aan wien het bestuur dezer landen was opgedragenterwijl de graaf naar Henegouwen terugkeerde. (1) De verzamelplaatsen des legers waren toen Schiedam en Vlaardingen, van waar het naar Zierikzee scheep ging, dat het eerst voor de Vlamingen bloot lag. (2) Men ziet hier dus bevestigd, wat reeds meermalen aangemerkt werd, dat de meest gebruikelijke reisweg naar Zeelandover deze plaatsen lieptot geen gering voordeel in die tijden. De togt tegen de Vlamingen liep ongelukkig af. Zij be haalden de overwinning en bczetteden gansch Zeeland waagde, en Willem V in een handvest van 30 Augustus 1355, aan die van EnkhuizenGroolehroelc en Bovenkarspel gegeven, eischte van deze drie plaatsen slechts 30 mannen zonder kog, en van die van Hoornin 1356 (29 Maart) maar 12 manschappen. (1) Wagen. D. III. hl. 157 verv. Bilderd. D. III. hl. 37. Wilhelmus Procurator, ad annum 1304. in Matth.®! Vet. Aevi. Anal. T. II. p. 562. Melis Stoke, Jan II. B. VIII. v. 264 en 633. Uitg.van Huijdecoper I). III. hl. 107 en 129. (2) «Jonkheer Willem wort te rade doe int leste, Dat hi voer al sonder heiden Een deel met sijns selfs ghcleide, «Doe hi daer of niemare hoerde, «Met lude, die hi met hem voerde «Ter selver wilen uter Scie «Tsaterdaghes wast, seit men mie." Melis Stoke, B. VIII. v. 627 volg. Met de Schie kan hier niet anders dan de haven van Schiedam hedoeld worden. Zij moet dus toen reeds vrij hreed en diep geweest zijn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1862 | | pagina 102