33
noch iemand anders, voor zoo veel mij bekend is, heelt
ooit zulk een kronykjc gezien (1).
Zoo veel is zeker, dat men, om de streek van Holland
ten noorden vau de i)laas aan te duiden van het land
bij Schiedam en Vlaardingen sprak, doch niet van
dat hij Hotterdam, gelijk van Soaan zegt, in strijd met
de waarheid. Zoo leest men, dat de menigte van masten,
waarmede Gut de Vlaming in 1304, na de inneming
van Zierikzee, naar Holland stevende, door de Hollanders
te Schiedam en Vlaardingen gezien werdalsmede dat men,
toen er hij hot beleg van Zierikzee door de belegerden
eene grootc stormkat met pijlen in brand was geschoten
de vlammen in Holland te Vlaardingen en Schiedam
zien kon (2).
(1) Jan IIeijin een weinig beteekenend rijm, getiteld:
He aangroei der stad Schiedam enz. met Aanteeken. Schied.
bij J. G. Poolman 1778. bl. 10 (noot), zegt, dat zekere
Wellekens vroeger secretaris van llotterdamin zijne kleine
beschrijving dier plaats, spreekt van«het steedeken Rotterdam,
"gelegen bij de vermaarde koopstad SchiedamWaarschijnlijk
bedoelt hij hiermede de Beschrijving van Rotterdam door
E. Welsenes. Dit werk van Welsekes is echter naar het
oordeel van Kortebrand, van Heijn en anderen van weinig
belang. Ik zag het op de verkooping der handschriften uit
de nalatenschap van van Alkemade en van der Schellink
te Amsterdam (Januarij 1848), maar vond er niets in van
het hier besproken verhaaltje, zoodat het bcrigt van IIeij
naauwelijks opmerking verdient.
(2) SI. Stoke, 11. III. hl. 219. B. IX. v. 545. Het
GoudischeXronycxken. hl.94. Hivis. Kron. 21el)iv. 17ecap.
op het einde. Berde beleg van Zierikzee. Waken. I). 111.
hl. 171. v. Spaan t. a. pl. hl. 87. Wilii., Vrocur. Egmond.
Chron. ad annum 1304 hij Matthjeus, 1. 1. II. p. 562.
3