54 dien 's hertogen zoon Willem van Oostervant aan van Arkel toedroeg, en den invloed dien hij op zijnen steeds weifelenden vader uitoefende, nadat hij weder inet hem verzoend was. Willem van Oostervant toch had in verstandhouding gestaan met de Iloekschen, die Aleid van Poelgeest en Willem Kuser vermoord hadden, en van Ahkel was een dergenen, die den hertog voornamelijk geraden haddenallendie aan dien gruwel incdepligtig waren, ten strengste te vervolgen. Bovendien was Willem waarschijnlijk naijverig op de magt van van Adrel, die voor het grafelijk gezag niet zonder gevaar was (1). Hoe het zij er harstte een felle krijg tusschen den hertog en van Aukel uit. Eerst deed van Arkel be langrijke plunderingen. Do Dordrechtenaars wilden hem het geroofde weder ontnemen, doch hunne pogingen mis lukten. Ook de Rotterdammers en Schiedammers onder namen gezamenlijk eencn togt tegen hem, en volvoerden dien met zooveel helcid en moeddat zijzonder zelve eenige schade van aanbelang te lijden, eene grooto waarde aan vee en andere zaken in overwinning terug voerden, ter vergoeding van hetgeen vroeger door de krijgsknechten van van Arkel aan de Hollanders ontroofd was. Bij van Spaan vindt men het volgende versje op deze onderneming: »De Rotterdamschc leeuw roert hier zijn klaauw en tandon »In 'tveld van Mars. Schiedam staat hem zeer trouwlijk bij. »Zij rooven, plunderen, verwoesten en verbranden »van Arkels land, tot straf van zijne dwinglandij" (2). (1) van Wijn, Nalez. op Wagen. D. I. hl. 194 en volg. (2) van Spaan, jBeschrijv. van Rutterd. bl. 102. Goui- iioeven, hl. 413. Boxhorn bl. 271. Wagen. 1). III. bl. 343. Buderd. 1). IV. hl. 19.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1862 | | pagina 128