8
gemaakt werd (2). Reeds vóór 1063 bouwde men, even
binnen of ten Noorden van den Ouden Dijk, eene kapel,
die men den eenvoudigen naam van de Kapel aan de Schie
gaf, gelijk blijkt uit een verdrag, dat den 28 December
van het vermelde jaar tusschen Bisschop Wiixem van Utrecht
en REGiMiEnTUS, den 23sten Abt van Eptemach, gesloten
werd, waarbij eerstgenoemde van de helft van cenige kerken
in Holland afstand deed. Hierbij werd onder de moederkerken
het eerst die van Vlaardingen, en onder de kapellen het eerst
die van Ilarago, het tweede die van Schee of Schie genoemd (3).
Wel is waar Alting (4) meent hier aan eene kapel aan den
rijn te moeten denken, doch het is mij onmogelijk te be
vroeden welke de gronden voor dit gevoelen konden zijn.
Hot komt mij zelfs voor dat ook de aldaar vermelde kapel
van Ilarago in de nabijheid van Schiedam gestaan en
welligt aanleiding tot het ontstaan van het dorp Ketel
is. Gelijk hekend is had er in dit jaar een groote scheeps
strijd up de Maas plaats tusschen Keizer Herdrik 111 en
Graaf Dirk IV, waarna de Keizer zich van Vlaardingen en
Rijnsburg (of waarschijnlijker Kenenburg) meester maakte,
maar de mij bekende kronykschrijvers maken hij het verhaal
daarvan hoegenaamd gcene melding van de Schie.
Lambeutus Sgiiafnaburgensis zegt alleen: «Deinde
«(imperator) exercitum navalem per lthcnum dnxit in
«Frisiam contra Godefridum ejusque adjutorem Diodiri-
«cum, ibique duns urbes munitissimas cepit 1linesburg
«et Kleerdingen." (Pistorii Scriptures Rerum tierma-
uicarum. T. I. p. 319. Vergelijk hiermede IIermamni
Contracti Chronicon ad annum 1047, terzelfder plaatse
p. 2S9. Naspenz. der Stede VIaard.hl. X, XIV enz.)
(2) Vinck, d/. S.Seschrijv.van Schiedam.^. T.H.I II.bl.3.
(3) Var Mieris, Groot Charterboek. 1). I. hl. C4enverv.
(4) Notitie Germanite. Inferioris. P. II. p. 155.