ponden Holl. (1). Of do vele beroofde burgers even als
de adolijke van Spangen schadevergoeding kregen wordt
nergens gemeld.
Een verraderlijke aanslag der Hoekscben op Gouda
mislukte. Te gelijker tijd bad er ook eene schermut
seling tusschen de Rotlerdamsche soldaten en eenige
Schiedammers plaats bij gelegenheiddat de laatstgenoem
den eenige wagensmet haverrogge en anderen leeftogt
beladen van Delft naar Schiedam voerden. Zoodra toch
de Hoekscben van deze levensmiddelen de lucht kregen,
trok hunne bezetting van Ouderschie daarop af, en achter-
baalde het transport op den weg tusschen Ketel en Schiedam.
Er ontstond een hevig gevechtwaarin aan beide zijden
dapper gevochten werd. De zwaar beladen en traag voort
gaande wagens reden inmiddels door naar de Ketelpoort,
waar de meeste behouden binnen gebragt werden. Eenige
werden echter door de Hoekscben veroverd en zelfs gelukte
het hun bijkansom te gelijk mot de wagens de stad bin
nen te dringen. Op het hooren van een gestadig geweervuur
kwamen evenwel de Schiedamsche schutters in grootcn
getale bij de poort ter hulpen noodzaakten den vijand om
af te trekken. Met eenigen (hoewel geringen) buit keerden
de Hoekscben naar Ouderschie terug, nadat zij twee huizen
(1) v. Alk., bl. 184. TAde Sententie van den Hovewaar-
hij heer i'n. van Spangen vergoedingh werd toegewezen over
de schade aan zijn slot geleden. V. Alk., bl. 333 en verv.
Bijlage I, ook in de M. S. Bijlagen en Bewijsstukkenbe-
hoorendetot deBeschrijving van SchiedamdoorVwcK., bl.17 en
verv., onder den titel: Sententie van den Hove van Holland,
waarhij de Staten van Holland gecondemneert werdenaan
Philips van Spangen te hetalen zoodanige schade, als hij door
den oorlog en 't innemen der stad Botterdam aan zijn Huizing
van Spangen had geleden. 28 Julij 1501.