48
in belangrijke mate uitgebreid werd, en men er in Holland
het voorheeld van gaf, hoe vrijheid nevens orde hestaan
kan, bereikte ons volk echter niet aanstonds dien
trap van beschaving, dien vooral de hersteller onzer
vrijheid, de te regt geroemde Vader des Vaderlands,
gcwonscht had.
Tevreden met hetgeen hij stichten kon, liet Willem I
aan latere tijden over, wat hij wel stichten wilde, doch
waarvoor zijne tijdgenooten niet rijp warenen waarvoor
de volkomene rijpheid zelfs thans nog niet verkregen is.
Intusschen deed het Hollandsche volk deels door eigen
kracht, maar voornamelijk door zijne hulp, door zijnen raad,
door zijne bezielende volharding een gewigtigen stap voor
waarts, en genoot het dien ten gevolge, gedurende de 17de
eeuw, cene mate van bloei, van gezag en van invloed op
de aigemeene aangelegenheden der wereld, die geheel oneven
redig was aan zijnen omvang en aan zijne stoffelijke krachten.
Bij die ontwikkeling greep vaak eene geduchtemaar
onvermijdelijke wrijving van verschillende meeningen plaats,
die ieder hare ijverige verdedigers en hare felle be
strijders vonden. Ook toen bestond er een beklagenswaar
dige, maar in de gevolgen toch heilrijke strijd tusschen
gezag en behoud aan de eene, zucht tot vrijheid en voor
uitgang aan de andere zijde, gelijk die heden ten dage
bijna overal gevoerd wordt, en trof men dikwerf onder
de voorstanders van het behoud de zelfde mannen aan, die
hunnen werkkring als bestrijders daarvan of althans als de
volgelingen dier bestrijders hadden aangevangen. Zij, die
het absolute gezag van anderen te regt hadden helpen
omverwerpeneischten weldra voor zich of de hunnen
een gelijken eerbied, als zij aan anderen hadden leeren
weigeren, en zochten hunnen invloed niet alleen door
kracht van redenen, maar al te dikwijls ook door stof
felijk geweld te behouden of uit te breiden. Van hier dat