45 hunne bescherming namen, meenende alzoo den staat en der godsdienst van nut te wezen. Wat wonder dan, dat liet vooral bij de minder ontwikkelde menigte voortleefde dc 18de eeuw te wijzen, noem ik alleen den geleerden A months de Haen, hoogleeraar in de geneeskunde te Weenen en zijn merkwaardig geschrift: de Magiadat in 1774 het licht zag. De IIaen volgde het spoor van den jezuiet Spee die vele ver oordeelde heksen tot op den brandstapel vergezeld haden door LeibnitzenSciiELTEM A te regt geprezen werd om zijn ijver tegen de ligtvaardige en wreede vonnissendie er geveld werden over onschuldige zoogenaamde heksen, maar die echter niet, wat Sciieltema onopgemerkt liet, het bestaan van toovenarij ont kende. De laatstelijk door mij genoemde schrijver verzuimde vaak een juist onderscheid te maken tusschcn hen, die tegen de heksenprocessen, gelijk zij gevoerd werdenmet al de daaraan verbondene wreedheden te velde trokkenen hendie het geloof aan het bestaan van heksen en toovenaars bestreden. Spee en de Haen veroordeelden dc onregtvaardigheid en dc afschuwelijke wreedheid, waarmede vele ouschuldigen ter dood werden gebragt, maar verdedigden niettemin het bestaan der hekserij, evenzeer als de beroemde Gijsbertüs Voet, hoogleeraar in de godgeleerdheid te Utrecht. De IIaen trachtte onder anderen te bctoogen, dat ieder, die de volkomene waarheid der bijbelsche verhalen verdedigt, en het bestaan van heksen ontkent, zich aan inconsequentie schuldig maakt. Hij verdedigde dus beiden, en achtte het gevaarlijk voor de veiligheid des volks, als werkelijke heksen ongestraft moesten blijven. De IIaen, in Holland geboren en opgevoed, studeerde te Leiden. Hij en van Swieten behoorden tot de uitstekendste leerlingen van den grooten Boeriiaave. Zij waren van de Roomsch-Catholieke godsdienst, en werden beide tot het hoog- lecraarambt te Weenen geroepen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1863 | | pagina 121