7 magt der Hoeksclien to Rotterdam. Aanstonds werd het bestuur der stad veranderd. Ook de vestingwerken werden verbeterd en in orde gebragt, opdat bun de buit niet even gemakkelijk weder mogt ontnomen worden, als zij dien be haald hadden (1). De voorspoed deed de partij dor Iloek- schen weldra sterk aangroeijendaar allerlei misnoegden zich van alle zijden in grooten getale bij ben voegden, en gemeene zaak met ben maakten tegen Maximiliaan en de Kabeijaauwschen. Dredep.ode kon zijn volk, dat zeer onrustig was en naar oorlog haakte, niet in orde en tevreden houden, dan door bun drukken arbeid aan de vestingwerken te ver schaffen, en lien van tijd tot tijd de oorlogskans te laten beproeven. Ook waren eenige strooperijen voor het onder houd zijner troepen noodzakelijk. Reeds spoedig deed men daarom eeneu uitval naar de zijde van Schiedam (op den 4 December 1488, dus 14 dagen na hunne aankomst) onder het bevel van Cornelis Treslong. Met 150 man trok hij in den vroegen morgen tot onder de vesten van Schiedam, om de steeds ijverig Kabeljaauwschgezinde burgers tot den strijd uit te dagen. Naauwelijks hadden do Schiedam mers de Hoeksche krijgslieden van de wallen ontwaard, of zij oordeelden liet pligtmatig hun den verderen voortgang zooveel mogelijk te beletten en den vredigen landman tegen de Rotlerdamsche stroopers te beschermen. Zij maakten zich dus spoedig tot eenen uitval gereed, en reeds na verloop van weinige oogenblikken trok eenig krijgsvolk de poort uit. Niettegenstaande den spoed der Schiedammers waren de Rotterdammers, toen de onzen buiten do stad kwamen, reeds tot op eenen grooten afstand teruggeweken en werden er alleen nog eenige nablijvers op den dijk, bij het slot Starrenburg(die een gedeelte van den ouden Maasdijk uitmaakte) bespeurd. De Schiedammers snelden ijlings op hen (1) v. Alklhade, bl. 7887.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1863 | | pagina 83