8
af en vielen met luid geschreeuw op hen aan. Na eenige
worsteling weken de Hoekschen langzaam langs den dijk
terug tot voorbij Starrenburg. De onzen volgden hen, en
waanden den vijand geheel te zullen verslaan, toen zij plot
seling door een troep Hoekschen, die zich in de boomgaar
den van Starrenburg verscholen haddenin den rug werden
aangetast. Nu hervatteden ook de gewaande vlugtelingen den
strijd met nieuwen moed, zoodat de onzen, bespeurende
dat zij in eene hinderlaag gelokt waren, zich genoodzaakt
vonden, over heggen en slooten, in allerijl naar Schiedam
te vlugten. Zij lieten hierbij 6 dooden en 12 gevangenen
achter, terwijl men zegt, dat de Hoekschen slechts 7 ge
kwetsten hadden. Deze vermoeiden zich niet met de vlugtenden
achterna te jagen, maar keerden in vreugde met de gevan
genon en eenen grooten buitdien zij op de weèrlooze
landlieden gemaakt hadden, naar Rotterdam terug (1).
3. Aanslag der Hoekschen op Schoonhoven. Nieuwe
ondernemingen naar de zijde van Schiedam. Ver
overing van Woerden en IJsselmonde.
Door den voorspoed opgeblazenkon Bredf.rode met de
zijnen niet moor rusten Slechts weinige dagen later onder
namen zij een veel belangrijker togt tegen Schoonhoven
en wel op aanraden van den Hoekschgczinden baljuw dier
stad, Frederik van Zevender, die naar Rotterdam was uit
geweken. Ditmaal was het niet slechts te doen om buit te
behalen, maar voornamelijk om zich van do belangrijke vesting
Schoonhoven meester te maken. Met 52 schepen en 1000
krijgslieden trokken zij te dien einde uit. Doch het bleek
thans reeds, dat het geluk zich geeno bepaalde partij had
uitverkoren. Na eenen herhaalden storm op do stad, worden
(1) v. Alk., bl. 88—90.