18
Houten en Albert van Kleef waren lie aanvoerders der
onvergenoegden. Zij namen het vaste besluit niets onbe
proefd te laten, om de stad aan de Rotterdammers in han
den te spelen. Het scheen hunten einde te beter hunne
booze oogmerken te bereiken niet geraden regtstreeks over
te loopenmaar liever gehechtheid aan de zaak der lvabcl-
jaauwschen te blijven voorwendenen inmiddels mot de
Hoeksclien in verstandhouding te treden. Daarom wisten
zij eene of andere zending buiten de stad te bekomen
en lieten zich bij die gelegenheid in schijn door die van
notlerclam gevangen nemen. Toen zij zich namelijk eens
op den weg tusschen Ouderscliie en Delfshaven bevonden
en hun een troep Rotterdammers onder Willem Willemsz.
te gemoet kwamlieten zij zichzonder eenigen tegenstand
te bieden, gevangen nemen. Naar Rotterdam gevoerd zijnde,
werden zij aanstonds voor den stadvoogd gebragtdie be-
geerig was eenige bijzonderheden aangaande de krijgstoerus
tingen van Maximiliaan van hen te vernemen Hierdoor
bevonden zij zich in de gelegenheid aan Buedeiiode in het
geheimhun voornemen en hunne bereidvaardigheid 0111 hem
te dienen bekend te maken. Zij verhaalden dat Maximi
liaan des morgens veel volk naar Schiedam had gezonden
dat Ouderscliie reeds zwaar bezet en versterkt wasen dat
er den volgenden dag vele burgers der Hollandsche steden
uit Delft naar Schiedam zouden trekken. Eindelijk beloof
den zij heinindien hij hen weder op vrije voeten wilde
stellen de gelegenheid te zullen verschaffen Schiedam en
do bezetting der stad in zijne magt te krijgen. Omdat
hun verhaal overeenkwam met hetgeen zijne verspieders
berigt hadden en om liet belang van hun voorstelmeende
Bredekode hun geen geloof te moeten weigeren. Hij liet
to paard dienden, werden destijds ruiters, of ook wel s/al-
broeders genoemd. Wag., D. IV. bl. 201.