24
»Datriep de liand'Iaar, «moet gewraakt!
#'t Is strijdig met tractaten
Wantals me aan kooplien's beurzen raakt
Dan worden ze advocaten.
Dock aan dien tol moest perk gezet
Dat voelden zelfs de grooten
En tot beleefd maar fiks verzet
Werd in 's lands Raad besloten.
Een drietal mannen fier en vroed
Toog weldra Deenwaarts henen
Maar om 't gezantschap zeek'ren gloed
En invloed te vcrleenen
Verzelde het een oorlogsvloot
Van meer dan veertig kielen;
Die, schoon zich geen kanon ontsloot,
Den vorst maar niet bevielen.
Vooral die Witte, de admiraal,
i)Vechtgraegheid" meest geheten.
Die held, gewoon aan zegepraal,
Deed 't Deensche volkje zweeten.
En waarlijk met het volste regt
Moest hij bezorgdheid wekken:
Want wie niet deinst voor 't heetst gevecht.
Daar valt niet mee te gekken.
Verbeeldt u welk een schuinsche klant:
Ilij was Men'nist geboren
En moest dus, hoe ook aangerand,
Zijn wraak- en kloplust smoren.