36
W'ic kent op aarde een ccdler pligt,
Dan om in 's naasten leed te doelen,
Te helpenwaar 't vermogen zwicht
Te zalven met de hoop, waar slechts de hoop kan heelen
Men kan den diep bedroefden geest,
Wien niets de wreede wond geneest
Met koninklijke prachtgeen dropje laafnis geven
Maar deel en klaag en ween met hem
Geef aan uw troost door godsdienst klem,
En in 't gebroken hart zal straks de moed herleven.
Do liefde alleen Weldadigheid
Is 't echte kenmerk van uw wezen
Waar liefde 't menschlijk hart geleidt,
Daar is het doel van 't zijn ver boven 't stof gerezen.
Haar eedle kracht ontvlamt en voedt
Een reine drift in 't zacht gemoed,
En doet een hooger lust door hart en aadren stroomen.
Waar liefde vliedt, daar vliedt de vreugd;
Waar liefde heerscht, daar heerscht de deugd.
De liefde doet den menscli der Godheid nader komen.
Blijf, geest der liefde, blijf ons bij!
Doe ons dien heilgen pligt beseffen!
Wat dan ook onze toekomst zij
Gij zult ,1 Weldadigheid ons boven 't lot verheffen.
Al daagt de toekomst naar en zwart;
Al treurt het wreed bedrogen hart
Al voelt men ook den dwang van zware boeijen knellen;
Wat immer hier ons leven zij,
Blijf, geest der liefde! blijf ons bij,
En zonder troost zal geen naar zijne ontbinding snellen.