Waar gaat gij heen?
Van uw stengel afgeslagen,
Dorrend blad waar gaat gij heen?
Waar ik heenga wilt gij vragen,
Wel, waar mij de winden dragen,
Door het bosch of langs het strand.
Sedert de eiken boom moest vallen,
Is mijn eenig steunsel weg,
'k Word nu hier en daar geslingerd
Over veld of struik of heg.
'k Draag mijn noodlot zonder klagen,
En ik ken geen bang verdriet,
'k Ga waar eens de roos moet blijven,
En het blad der groene olijven,
In het eeuwig grensloos niet
Vrij gevolgd naar het Fransch.
