1
19
mcnsclicn-massahot hoofd boog ton toeken dat hij vóór
allen, Godo de eer gaf, en zich in stilte kortelijk voor
bereidde tot de grootsche taakdie hem wachtteen die
hij vervulde op eene wijze zijnen beroemden naam waardig.
Zijn: «Eerste Steen" verdiende de eer van den herdruk van
zoo vele duizendtallen. Haar inhoud trof de snaren van hot
hart der Nederlanderswaarvan den redenaar geen hoogcr
betuigenis kon ten deel vallen dan hem duor den konink
lijken mond werd toegesproken. Voorzeker heeft die rede
haar toppunt bereikt, waar de gevierde spreker zich wendt
tot den Prins van Oranje, als wien het koningschap wacht
over onze kinderen en op wien het jonge Nederland zijne
hoop heeft gevestigd. De toekomst, ja, de toekomst daarin
ligt het raadsel van het heden opgesloten!
Wat zal de feestviering en het vreugdebetoon over de
redding van vóór vijftig jarenindien de toekomst niet de
heilrijke vruchten zal opleveren van het gevierde feest en
de natie het niet diep gevoelt, wat zij eenmaal moet ver
loren hebben en hoe diep zij rnoet gezonken zijn, dat na
vijftig jaren haar herstel tot zulk een feest heeft geleid?
Nederland eenmaal klein en nietig in de rij der staten,
zagen wij in den loop der eeuwen, gelijk wij zeiden, nog-
thans aan Europa de wet stellen." Nederland eenmaal ten
toppunt van welvaart en voorspoed verhevenzien wij zich
werpen in de armen ecner grootendeels wufte en ligtzinnigo
natie en zich krommen aan de voeten van zijnen beul.
Nederland zien wij in November 18C3 feest vieren, omdat
bet verlost werd uit de boeijen van verdrukking en slavernij.
Maar wij vragen, heeft Nederland groote en vrije mannen
om het weder te maken tot een volk, dat geen sympathie
noodig heeft of huichelt voor een Franscli despoot, wiens
naamgenoot over ons land dood en verderf heeft uitgebraakt,
ntaar dat zijn gevoelen zelfstandig, rond en open, ten aan-
hoore van Europa durft verklaren?