36
Neenbeschaving en verlichting
Munten heden schitt'rend uit
En met welgevallen stuit
Wis ons oog op vond' en stichting
Kunst, vernuft en wetenschap,
Staan voorwaar op hoogen trap.
Wil men onze braafheid laken
Zij*k erken kon beter zijn
Doch, noemt de ouden ook niet fijn,
Zelfs 't geschiedboek zou het wraken
Dat, naar 'k mij heb voorgesteld,
Nog eer deugd dan ondeugd meldt.
Maar ik wil ronduit verklaren
Wat voorheen toch beter was
'k Meen een kwaal die 't menschenras
Van deze eeuw schijnt ingevaren
Diehoe willens ook geleen
Pijn verschaft aan menigeen.
En de naam dier kwaal Is Weelde!
Die ook vroeger wel bestond
En ook toen haar offers vond
Daar zij altijd onheil teelde;
Maar die thansalom verspreid
Woedt met schrikb're hevigheid.
'k Zal die weelde niet bestrijden
Die bij Vorst of rijken troont
Overvloed die arbeid loont
En don armen steunt in lijden:
'k Haat slechts d' overdreven staat
Trotsdie kracht te boven gaat.