8 In dit jaar hadden vele zeldzaamheden plaats, waaruit het gemeen veel onheils voorspelde. Dertien of veertien wat- visschcn kwamen bij Ter Heiden, een zeedorp in Zuidholland, zoo digt aan 't strand zwemmen dat er drie van vast bleven zitten. 1573. Den 28 van Louwmaand verkregen die van de groote visscherij te Schiedam en elders, dat liet verbod van uit voer van levensmiddelen, bij een plakaat van de Staten, van den 6 van Wintermaand 1572 gedaan, zich niet zoude uitstrekken tot den haring, maar dat die vrij uitgevoerd kondc wordenen het alleen op het koren zag. M. S. Beschrijv. van Schiedam, hl. 95, verso. In dezelfde maand hebben die van Schiedamzoowel als van andere Hollandsche steden, aan de belegerde stad Haarlem uit liefde doen weten dat indien zij eenige ge kwetsten in hunne stad hadden, zij die te water, daar 't nog niet besloten was, wilden toezenden; zij zouden die naar vermogen goed verzorgen in hunne gasthuizen; want men zag dat de Spaanschen aldaar te wederstaan waren. Toen daarna door die van Haarlem een zeer roerende brief werd overgezonden, en door den Magistraat van Schiedatn van de puije van liet raadhuis was afgekondigd, strekkende om de burgerschutters te biddenten einde de zeer be- naauwde stad te hulp te willen komen, zoo zijn daarop dertig vrijwillige burgers van Schiedam uitgetogen, die zich gevoegd hebben bij die van Rotlerdam, Delft en Leiden maar zij waren ongelukkig op dien togt. Ook heeft deze stad tot ontzet van de voorzegde plaats geleverd 6 schepen. Oorsprong en voortgang der Nederl. Beroertenhl. 324. In Oogstmaand zijn die van Schiedam ter Staatsvergade ring te Leiden beschrevenop welke Mees Cebmtsz. Viscu,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1865 | | pagina 88