34
Had Lavater nu geleefd
't Zou bij hem bewondring wekken
Die verandering van trekken
En wat adeldom er zweeft
Over 't menschclijk gelaat
En wat zwier en fraaije vormen
Wij thans zien bij wie wij wormen
Noemden in den kinderstaat.
Ziezie ze allen cén voor één
De Albums zullen 't u vermelden
Dat wij zulk een tal nooit telden
Sterflijker verhevenheên
Zie wat houding en wat blik 1
Zie wat fraai gesneden kleèren 1
't Zijn vast hoog geplaatste heeren
Blijkbaar wars van 't eigen ik.
En die vrouwen allen schier
Zoo natuurlijk naar het leven
Door den Photograaf hergeven
Zonder opschikpraal of zwier.
Jawat hier van allen geldt
Niets zien wij bier overdreven
Boven staat of stand verbeven
Maar naar waarheid voorgesteld.
Daarom vingerwijzing niet
Moest dit zijn ik zou die geven
Mot een teokning naar het leven
Zoo als men die wel eens ziet.