TWIJFELEN.
Ik dool en tast in 't duister,
Bij 't schittren van liet licht
Dat in deez' eeuw van luister
Zich opdoet aan 't gezigt.
'k Zie niets dan twijfelingen
In wetenschap 011 kunst
Om naar den prijs te dingen
Geldt kennis niet, maar gunst.
Door d' een heel hoog verheven,
Als meester reeds genoemd,
Wien eer en lof omgeven
Wiens werk men prijst en roemt
Wordt hij in 't stof vertreden
Door d' ander, die hem laakt
En zijne kundigheden
Als beuzelingen wraakt.
Get men op 't recenseren
Weet niemand wat hij zal
Hier ziet m' een werk vereeren
Ginds raakt het kanl noch wal.