48 Kon 'k hier mijn twijflen slaken Had dat geen meerdren grond Dan 'deze aardsche zaken Ligt dat 'k nog vrede vond. Maar zie 'k op andre dingen Van groot en hoog gewigt Blijft 't duister me ook omringen En dwaal ik zonder licht. 'k Hoor allen toch beweren Van 't standpunt waar zij staan Dat zij de waarheid eeren Het regte pad slechts gaan. Hoe toch zal ik heslissen Wie wijst het middel aan Om mij te vergewissen Den goeden weg te gaan 'k Blijf dolen in het duister Tot schitterender licht Dan dezer eeuw van luister, Zich opdoet aan 't gezigt. W.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1866 | | pagina 128