Den 19 van Bloeimaand kwam een plakaat uit, op naam van den Prinsals hebbende nu de hooge overigheid en regering van den lande van HollandZeeland en Vries land; waarbij verboden werd in den mond van de Maas te visschen met coorden, op een zeer groote boete, te ver beuren door de overtreders; en met last dit te Schiedam en elders te publiceren. Deu 25 vau Hooimaand is, bij resolutie, in de volle vergadering der Staten genomen, besloten, zeven gecom mitteerden en daaronder, zooals vroeger vermeld is, Leen- deut Jonisz. Bf.ijs, Vroedschap van Schiedam naar Ant werpen te zonden, om aan den Prins van Oranje te verzoeken, dat hij niet langer de onderhandeling zoude voortzetten met den Hertog van Anjou, want daar die Hertog met zijn krijgsvolk de stad Antruerpen had willen overrompelen, het niet anders dan schrik en argwaan in de gemoederen hier te lande kon verwokken, dat men mot dien Hertog zich wilde verzoenen. BorXV 11. bl. 206 XVIII B. bl. 30. Nadat de Prins van Oranje aan de voornoemde Staten bij brief had laten wetendat hij aan hen toestond al het geen zij omtrent den Hertog van Anjoij haddon bedongen en hetgeen nog nader van hem, Prins van Oranje, bij huldiging als Graaf van Bolland en West-Vrieslarulzoude worden verlangdis in het laatst van dit jaar ter Staats vergadering in don Baag een ontwerp gemaakt van do bedingen, waarop men den Prins tot Graaf van Bolland zoude aannemen; doch door dit ontwerp zijn weder zoo vele zwarigheden tusschon de leden van de Staatsvergadering gerezen, dat daardoor veroorzaakt is, dat de huldiging tot Graaf geen voortgang heeft kunnen hebben, voornamelijk door de onoenigheden van de steden AmsterdamCauda

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1866 | | pagina 83