mogelijk niet tot president benoemd. Immers velen, die liet anders wel eens met hem waren, waren bang, dat zijn keuze de slavenstaten verbitteren zou, en zij bewaarden liever den vrede, dan dat zij de goede zaak der rechtvaardigheid zagen zegevieren door strijd. Zoo liep Lincoln's keuze dus gevaar. Doch de heftigste voorstanders der slavernij dreven haar door. De voorstanders der slavernij? zegt gij. Ja, M. H. Er was een partij in de Zuidelijke Staten, die met alle geweld zich van het Noorden, en dus van de Unie, afscheiden wilde. Want zij begreep, dat vroeg of laat de geest der vrijheid, die daar heerschle, een einde zou maken aan de slavernij, waarbij deze partij het hoogste belang had. Om nu een voor wendsel te hehben tot die afscheiding, besloten de heethoof den de benoeming van Lincoln te ondersteunen, door de stemmen der slavenmanncn te verdeden. Dit plan gelukte. Op don 6den November 18G0 had do eindverkiezing tot pre sident plaats. De stemmen der Zuidelijken verdeelden zich over drie verschillende personen. Lincoln kreeg een overgroote meerderheid. Nu was deze geklommen tot de hoogste waar digheid des lands. Voor den tijd van vier jaren was bij pre sident der Vereenigde Staten van Noord-America. Groot was de blijdschap der Noordelijke, dat wil zeggen, van de meest ontwikkelde en edelste Staten der Unie. Maar in het Zuiden, in de slavenstaten, was de verslagenheid niet minder. De raddraaiers verkondigden luide, dat nu de slavernij weldra zou worden afgeschaft en het Zuiden tot armoede veroordeeld. Dit was wel is waar een schandelijke leugen. Lincoln was nooit een regtstreeksch abolitionist geweest. Maar laster en leugen waren welkome wapens hij deze mannendie niets wilden dan ver scheuring der Unie. Zij slaagden daarin, lieeds in de maand na Lincoln's benoeming, scheidde zich de staat Zuid-Carolina van de Vereenigde Staten af. In Januari 1801 volgden Mis- sisippi, Alabama, Florida, Louisiana en Texas. Deze staten kozcu den 4-den Februari Jefferson Davis tot hun president

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1867 | | pagina 106