verlangden te zien, en zeer gunstig was de indruk, dien Lincoln op de welgezinden maakte. Nog eenige dagen verliepen waarin onze held de eerste moeielijko maatregelen nam voor zijn toekomstige regeeringen op don 4den Maart had de plechtige installatie van den president plaats. ik zal er u geen beschrijving van geven. Waart gij ooit in den Haag bij de opening van de kamers, of liever, zaagt gij ooit te Amsterdam de inhuldiging van den koning, dan hebt gij een kleine voorstelling van deze groote gebeurtenis. Ten aanhoore van wel 30,000 menschenin de groote zaal van bet capitool of hot paleis, waar het congres zitting houdt, vergaderdlegde Abraham Lincoln den eed af van trouw op de grondwet der Unienadat bij een toespraak bad gehouden, die met algemeen gejuich ontvangen werd. In die toespraak uitte hij zich in verzoenenden geest, maar verklaarde tevens, dat bij, daar de Unie tot biertoe niet wettig ontbonden was, zou waken, dat baar wetten alom gehandhaafd werden. Hiermede beantwoordde bij dus de vraag, die wel eens gerezen isof bij niet beter gedaan had, ter voorkoming van burger oorlog, den Zuidelijken vrij toe te laten, om zich af te scheiden van de Unie. Hij mocht dit niet doenzoolang niet op wet telijke wijze die afscheiding in het congres besloten was. Zoo lang moest bij de wetten der Unie ook in bet Zuiden, des noods gewelddadigdoen gehoorzamen. Dat bij evenwel niet voornemens was vrijwillig tot geweld over te gaan bleek uit het roerend slot van zijn openingsredewaarin bij de slavenvrienden de voorstanders van de afscheiding aldus aansprak «Het is in uwe handenmijn ontevreden mede burgers en niet in de mijnendat de vreeselijke vraag ge steld isZal er burgeroorlog zijn of niet De regeering zal u niet aanvallen. Er zal geen botsing zijnals gij niet aan valt. Gij hebt geen eed afgelegddie in don hemel staat opgeteekend, dat gij de regeering der Unie zult omverwerpen, en ik ga den plecbtigsten eed zweeren, dat ik de Unie hand-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1867 | | pagina 109