30 havenbeschermen, verdedigen zal. Wij zijn geen vijanden maar vrienden. Neen wij moeten geen vijanden zijn. Van de slagvelden, waar wij eenmaal ons bloed hebben gestort voor dezelfde zaak, uit het graf van ieder goed burger, gaan geheime draden uit naar al de harten, naar iederen haard in dit land; het zijn snaren, die samenstemmen tot verocniging, onder de aanraking der goede engelen van ons volk." Met deze woorden aanvaardde Lincoln de regeering. Het derde, hetmoeielijkste, het kortste, maar ook het schoonste deel zijns levens nam daarmee een aanvang. Het spreekt van zelf, dat de kwalijkgezinden aan de woorden, waarmede Lincoln het bestuur in handen nam, een verkeerden uitleg gaven. Reeds op den 1-iden April pleegden zij de eerste daad van geweld. Te Charleston, een der hoofdsteden van het Zuiden en een der belangrijkste havens van de Unie, werd het fort Sumter door hen opgeëischt en, toen de troepen der regeering de overgave weigerden, werd het gebombardeerd en ingenomen. Zoo bleef er dan nu aan Lincoln niets anders over dan geweld met geweld te keer te gaan. Terstond deed hij een oproeping van 75.000 man van de landweer of schutterij. Een staand leger van eenige beteekenis toch heeft de Unie niet. Deze macht moest zich in allerijl rondom de hoofdstad des lands, Washington, scharen, want derwaarts richtte zich reeds een leger van opstandelingen. Dagen van angstige spanning bracht men zeker tot op de komst der opgeroepenen in do bedreigde stad door. Zij toch lag in de onmiddelijke nabijheid van Virginiëwelke Staat zich thans ook aan de Geconfedereerden aansloot, en terwijl zij de zetel was van het congres van de ministers, de hoogste rechterlijke macht en den president, werd zij slechts door 600 man verdedigd. Hoe groot het gevaar evenwel ook was, Lincoln verloor de kalme vastberadenheid niet. En weldra kwamen de vrijwilligers van het Noorden de dapperen van New-York en Boston het eerstte Washington aan.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1867 | | pagina 110