48
vernam den uilslag der verkiezing mol woede. En geen wonder.
Het hoorde daarin zijn doodvonnis. Maar, hot was, helaas,
ook het doodvonnis van Lincoln. Een samenzweering had zich
in stilte gevormd onder eenige vrienden van de slavenpartij,
om den edelen voorvechter der vrijheid te vermoorden.
Op den Aden Maart 1805 werd Abraham Lincoln andermaal
in Washington's capitool als president geïnstalleerd. Hij hield
hij die gelegenheid wederom een toespraak, die een zoo ver
heven geest ademt, die ik niet nalaten kan, er u het slot
van mede te deelen.
«Geen van beide partijen", zeide de president, «geen van
heide partijen dacht hij het begin van den oorlogdat hij
zoo hevig zou zijn en zoo lang zou duren; niemand dacht
dat de eerste oorzaak der botsingde slavernijvoor het
einde er van zou ophouden te bestaan. Ieder hoopte op een
gemakkelijker zegepraal, rekende op een minder diep ingrijpend,
minder verbazend gevolg- Beide partijen lezen denzelfden
bijbel en bidden tot denzelfden God; beiden roepen Hem te
hulp. Waarlijkmen zou het vreemd kunnen vindendat
iemand de hulp inroept van een rechtvaardig God om zich
te kunnen besprengen met het zweet van andere menschen;
maar oordeelen wij niet, opdat wij niet geoordeeld worden.
God zou wel beschouwd noch den een noch den ander moeten
verhooren; God heeft werkelijk geen van beide partijen geheel
verhoord, want de Almachtige heeft zijne plannen. «Wee der
wereld van de ergernissen want het is noodzakelijk dat de
ergernissen komendoch wee dien menschdoor wien de
ergernis komt!" Als wij aannemen dat de Americaansche
slavernij eene van die ergernissen geweest isdienaar de
voorkennisso Godsmoesten komen maar diena al den
door Hem bepaalden tijd te hebben geduurddoor 'zijn wil
moesten verdwijnenals wij aannemendat Hij het isdie
én aan het Noorden èn aan het Zuiden dezen vreeselijken
oorlog heeft opgelegd als een kastijding voor hen door wie