17
schreden over een boomwortel en lag in hetzelfde oogenblik
tot zijn groote ergernis op zijn schoonen neus in het gras.
Nu was zijn militair noodlot beslist. «He, he, heer sergeant,
slechts niet zoo voortvarend riep mijnheer Z 1 u h a n lag-
chcndtoen hij de positie van zijn geëerden vriend en
krijgsgevangene bemerkte slechts bedaard aanbedaard
aanzoo handelen wij niet 1" En naauwelijks had zich
mijnheer Laible met moeite weder opgerigt en op zijn
militaire beenen gesteld, of hij was reeds door de ruiters
omsingeld, nog voor dat hij den in den nek hangenden cliakot
weder op zijn krijgshaftig hoofd had kunnen drukken. «Gij
zijt naar krijgsgebruik mijn gevangene, mijnheer Laible.
Dat kan de hemel zelfs niet meer verhelpen; waarom zijt
gij ook gestruikeld! Het ontbijt is even zoo onze krijgsbuit!"
verklaarde de kommandant Z1 u h a n. Het laatste had hij
eigenlijk niet behoeven te zoggen, want de drie uhlanen
waren reeds afgezeten en onderwierpen den gevonden proviand-
voorraad aan een gestrenge visitatie, wat overigens den heer
Laible weinig bekommerde. «Gevangene!" antwoordde hij
en schudde twijfelend het hoofd, zoodat de lange haarbos
op den chakot vreesselijk wankelde. «Gevangene?" herhaalde
bij «ga toch heen, en doe mij de gal niet overloopen;
maak op een anderen tijd een grap en rijd nu weder terug
of waarheen gij wilt en groet mijnentwege uw heer vader!
Het is bovendien waarlijk geen heldendaad, drie vreedzaam
ontbijtende schutters onvoorbereid te overvallen
«Niet zoo, niet zoo!" lachte de jonge man, terwijl hij het
glas nog eens met wijn vullen liet «hot blijft er bij, gij
zijt mijn gevangene naar krijgsgebruik. Ik zal u naar hot
hoofdkwartier escorterendat zal een kapitale aardigheid en
aan de zaak een bijzonder militair aanzien geven."
Mijnheer Laible zag don spreker verbluft aan en werd
nu rooddan bleekhij maakte alle mogelijke tegenwer
pingen maar al zijn weerstreven hielp nietshij zag ton
laatste het vreesselijke van zijn toestand volkomen in, en