23
»En de ganscho kompagnie rukt uit en vormt de lijkstoet?"
«Natuurlijk
De goede Laible werd hoe langer zoo zwakker.
«Er wordt to—ch ook ge—trommeld?" vraagde hij,
zich oprigtend, verder.
«Ja stellig wordt er getrommeld," was het antwoord.
«De groote treurmarsch getrommeld en daarna wordt in hot
graf geschoten!"
«Getrom—meld! o God, ik dank u en in het
gr—a—a—f ge—gesch—ge—schstamelde de brave
sergeant en sloot de oogen «schoten" lispelde bij nog
en zonk in de kussens terugwaaruit de punt van zijn neus
kleurloos en aschgraauw, een uitgebranden vulkaan gelijk,
troosteloos naar hoven staarde. Treurig verlieten de wak
kere kameraden het vertrek en betuigden de aan de deur
staande snikkende vrouw van den stervende hun hartelijkste
deelneming.
Zoo als het echter meermalen in de wereld geschiedt, dat
de menschen in vreugde en leed zich vaak misleiden, zoo
had dit ook hier plaats; want mijnheer Laible had zich
volstrekt niet, gelijk men meendetot zijne vaderen ver
zameld, maar hij was inmiddels, ten gevolge van een inge
treden crisisin een diepeneen onmagt gelijken slaap
gevallenomgeven van de liefelijkste droombeeldenen
ontwaakte eerst aan den helderen lichten morgen vijf minuten
voor half negen uurtot groote vreugde der zijnen. De crisis
was doorgestaan en het gevaar voorbij. De herstelling ging
spoedig vooruit, zoodat mijnheer Laible in korten tijd
weder als voorheen de oude rustige man en dienstvaardige
burger-schutter was. Hij had het genoegen aan zijn persoon
het spreekwoord bevestigd te zien: «Wie dood wordt ge
beden, leeft lang!" Hij bereikte een gelukkigen en zeer
hoogen ouderdomen bleef men kan het met regt van
hem zoggen van kop tot teen een burger-schutter tot
aan het einde zijner dagen dat hijtoen het aanbrakmet