3 die zich hiervoor zoo goed liet betalen, dat hij er de soldij voor zijne benden gedurende een geheel jaar mede voldeed. Vereeniging van elkanders belangenvcrleenen van onder linge bescherming zoo te land als ter zee was dus hoogst noodig en om hiertoe te geraken sloten Lubeck en Hamburg bet genoemde verhond. Beider handel was reeds in de twaalfde eeuw tot eene aanzienlijke hoogte gestegen. De volken aan de Oostzee werden door Lubeck van levensmid delen en zelfs van kleedingstukken voorzien. Daarentegen was zij de stapelplaats der waren uit Rusland, Lijfland, Zweden, Pruissen en Polen, welke waren dan verder van Lubeck naar westelijk Europa werden vervoerd. Zij bezat niet Hamburg dien handel geheel, daar geen Engelsch of Iiollandsch schip toen nog door de Sont mocht zeilen. De twisten tusschcn keizer Frederik II en de Pausen brachten schromelijke verwarring in Daitschland te weeg; de wegen, zoo te land als te water waren onveilig; de kooplieden werden uitgeplunderddo keizer had genoeg te doen om zich zelf te helpen; er schoot dus voor de han delaren niets over dan zelvcn de handen uit den mouw 1c steken; het verbond werd gesloten en wij lezen in do acte, daarop betrekkelijk, het volgende: Lubeck en Hamburg komen overeen, »om op beider gezamenlijke kosten eonige oorlogschepen en een zeker aantal gewapende manschappen uit te rusten, om de openbare wegen tusschen de Elve en Trave, en de wateren van Hamburg tot aan de Noordzee van straat- en zeeroovers te zuiveren. Zullende alles op gemeene kosten worden aangewend, om de welvaart der beide staten te bevorderen en de zekerheid en den bloei van den koophandel te bevestigen: met do samenvoeging van beider krachten en vermogens, om de vrijheden en het recht te beschermen en te verdedigen". Dat zij do zaak met ernst aanvatten, bewijst hunne houding tegen koning Erick van Denemarkendie hun zeer vijandig gezind was, en dien zij spoedig tot vrede dwongen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1869 | | pagina 91