20 hetgeen bij het afgaan van den berg van groot gewicht is. Bij het opwaarts gaan is de locomotief steeds achteraanweshalve de wagens nooit ge trokken maar geduwd wordenzoodat men ook hieruit kan opmaken, dat men steeds met de grootste omzichtigheid te werk gaat. Mijn vriend verklaarde mijdat in al dien tijddat de trein reeds in gebruik wasnog niet het geringste ongeval zich had voorgedaan, en dat ook niets anders denkbaar was, dan dat een rotsblok naar beneden kwam rollen, of dat een kleine steen, die op de getande staaf terecht kwam, schade aan het tandrad kon toebrengen. Maar om dit te ver hoeden wordt de lijn druk geinspecteerdterwijl bij eenige oplettendheid van het personeel op de locomotief, alles, wat zich op den weg mocht bevinden, in tijds kan weggeruimd worden, om dat de trein in een seconde kan stilgehouden worden. In het geheel is dus geen gevaar te vree zen. Ook de constructie der wagens is geheel ver schillend van die der gewone spoortreinen, want de zitplaatsen kunnen steeds waterpas gesteld worden. Zij gelijken veel op omnibussenen heb ben een en tachtig plaatsen, 45 op de eerste en 36 op de tweede verdieping. Deze laatste worden veel bij fraai weder en door toeristen gebruikt daar zijomdat zij geene bedekking hebbeneen te schooner gezicht over de landstreek aanbieden. Het moet een groot genot zijnzoo met een vrij uitzicht naar boven en dan naar beneden te rijden. In weerwil van do uitnoodiging van mijn vriend be sloot ik mij dat genot nog te ontzeggen, daar ik de streekwaardoor de trein liepverder wilde doorwandelen. Nu«straks zien wij elkander weder"riep hij mij na; de trein rolde naar de hoogte en ik zette mijn klimtoclit voort. Ik had nog geen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1872 | | pagina 104