22
heeft moeten leggenof eenige rotsen heeft moeten
opruimen. Hier begint het gebied der Alpen,
en men verkrijgt een zachtere aardkorst, waar
de rotsen en steenen, die men lager te veel had,
met voordeel konden gebruikt worden. Ik bereikte
het Kaltbad; nog iets hooger tot bij den zoo-
genaamden Stalfel loopt de wegen vindt
daar, waar alle wegendie naar den nog hon
derd voet hoogeren top voeren te zamen komen
zijn grens.
Het stationsgebouw wordt daar aangetroffen, en
de reiziger heeft het eerste beroemde gezichtspunt
van den ftigi bereikt. Ik gebruikte eenige verver-
sching, liet het oog gaan over de menigte vreem
delingen die het prachtige uitzicht bewonderden,
en begon langs denzelfden weg den terugtocht.
Weldra was ik weder bij de brug. Dampend kwant
de locomotief weder uit den tunnelzij had dus
in dien tijd den bergal hijgendeweder be
klommen. Nu was het mij aangenaam plaats te
kunnen nemen, en den zoo gevaarlijk geachten
tocht benedenwaarts mede te maken. Ik nam
plaats, reed even rustig en aangenaam als in
een rijtuig op een gemakkelijken straatweg, en
het barbaarsche «schokken", waaraan men op
andere spoorwegen is blootgesteld, wordt in het
minst niet gevoeld.
De snelheid, waarmede zich de locomotief be
weegt is niet groot, een fdtsche wandelaar zou
haar stappende bergaf kunnen bijhouden. Dezeven-
tien duizend voet lange weg vordert één uur
tijdszooals althans in de dienstregeling is aan
gegeven. Regelmatige tochten zal de trein, gedu
rende het schoone seizoendagelijks hoogstens
drie doen, doch zoo noodig zullen er meer trei
nen loopen.
Dat de administratie op een talrijk verkeer