9 waarheid draagt, deelt hij ons alles mede van de, naar zijne gedachtelaatste urenen hieruit treedt het edele karakter van Barbes heerlijk te voorschijn. Op den 12'len Juli 1839 was het vonnis geveld en naar den zwaren eisch van het Fransche wet boek werd de veroordeelde in een dwangbuis ge stoken en ontnam men hem alles, waarmede hij een zelfmoord zou hebben kunnen begaan. Kalm bleef hij zijn pijp rooken. »Ik ondervond geen ander gevoel dan eene opwelling van geestdrift en een zekeren trots, dat ik geroepen was, om voor mijn zaak te sterven."Hij denkt na over het gewichtige «misschien", begint zich voor stellingen van den hemel te makendaalt in ge dachten weder naar de aarde, en komt terug in zijn geheim element, in de solidaire gelijkheid en vrijheid van het menschelijk geslacht. «Intussclien lag ik rustig te bed. Nog weinige uren en de zon zou opkomen; een zwakke schemering ont stond aan het plekje van den hemeldat ik uit het venster mijner gevangenis zien koneen mijner wachters, die dacht dat ik sliep, zeide aangedaan tot zijne makkers«de ongelukkige slaapt, ach, ware hij door den kogel, die hem verwondde, gedood!" «Ik liet mijne gedachten gaan over de eenige uitvoering van een doodvonnis, die ik in mijn leven had bijgewoond, en de bleeke trekken en de wankelende schreden van het slachtoffer kwa men mij voor den geest. Neenduizendmaal neen, niet alzooZulk een sterven, als mij wacht, is dienstig voor mijn zaak!De dag breekt aan. Terwijl ieder oogenblik de beul mij kan komen halen, denk ik aan mijne zuster, mijn broeder en mijn Frankrijk! Byron ter hand nemende, valt mijn oog op dat fraaie gezegde«hijdie

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1872 | | pagina 93