t» m M T E.
't Zonlicht schijnt het venster in
Schijnt tot diep in hart en zin,
Al wat koud is, duf en wee,
Smelt als sneeuw en voert het mee.
Vergt de winter vaak een traan
Voorjaarsadem waait mij aan
Kindervreugdzoo frisch als dauw
Straalt mij toe van 't hemelsblauw.
't Is nog tijd o kom dan toch
Voorjaarszon, beschijn mij nog!
Lach nog eenmaalwarm en blijd
Diep in 't hart nog is het tijd
Uit het Ditmarsch.
D.