TAFEL VAN DE SPRINGTIJEN
EN HUNNE BETREKKELIJKE HOOGTEN*).
TIJD.
HOOGTE
TIJD. HOOGTE
TIJD. HOOGTE
1
Januari
0,93
28 April
1,00
8
September 1,13
15
0,74
14 Mei
0,88
23
0,86
30
1,02
28
0,85
8
October 1,14
14
Februari
0,80
12 Juni
0,85
23
0,87
1
Maart
1,12
26
0,75
6
November 1,03
16
0,88
12 Juli
0,80
22
0,84
30
1,12
26
0,74
6
December 0,87
14
April
0,91
10 Augustus
1,00
21
0,82
25
0,80
Men ziet hieruit, dat de vloedlioogten omstreeks 30 Januari
1 en 30 Maart, 28 April, 10 Augustus, 8 September, 8
October en 6 November aanmerkelijk kunnen worden.
De eenheid waarin die hoogten zijn uitgedrukt, is de
gemiddelde hoogte van den springvloed hoven gemiddeld
water (het halve verschil tusschen hoog en laag water) by
springtijals zon en maan bij de nieuwe of volle maan in
den .equator, en op haren gemiddelden afstand van de aarde
zich bevinden.
8