13 wapens: de degen; getuigen: Otto We is voor Ernst Bach en Charles Leroche, een jour nalist voor Julius Peltier. De maestro en zijn leerling gingen naar huis. Er was niet veel tijd meer over van den nacht en die uren moesten besteed worden met het geven van een les in de schermkunst. Ernst, die nooit ge schermd had en niets wist van de behandeling van den degenzou toch spoedig door Weiss nog een beetje gedrild worden om geen al te gek figuur te maken. »Kijkhoud zoo vast. Ga daar staan. De arm ge strekt. Neen zoo..." zeide O tt o, maar toen Er n st niet vlug genoeg begreep gaf de maestro hemzelf het wapen beter in handen. «Maar wat is dat 7" vroeg hij zijn hand aanrakende; «beeft gij?" «Van koude, maestro. «En het is gloeiend heet." «Ik bedoel dat de hitte zenuwachtig maakt, of wel licht komt het omdat ik moe en slaperig ben." De maestro keek den leerling onderzoekend aan. Zou het vrees zijn Zou deze knaapeen Duitsche jongenbang wezen Dat zou hem tegenvallen. Het moest onderzocht worden. «Ernst," begon hij zacht. «Maestro," herhaalde de knaap met bevende lippen. «Gij zijt toch geen bloodaard?" «Beleedig mij niet." «Neen, neen, vergeef mij. Ik moest dat niet gevraagd hebben," zeide Otto, zich verontschul digend en de les werd weder hervat. Toch bleef er een gevoel van twijfel, of meer eigenlijk van medelijden in het hart van den maestro en terwijl hij zijn degen weer opnamvoegde hij er bijik wou dat ik maar beter had opgelet dat gij en Julius ruzie hadt. Dan zou ik tusschenbeide zijn gekomen en had alles voorkomen of zou zelf de

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1874 | | pagina 101