15
Julius was een meester in de kunst en behen
dig en vlug weerde hij afterwijl Otto woest en
onvoorzichtig toesloeg en zichzelf bloot gaf.
Daar werd hij gewond aan den schonder en het
bloed verfde zijn kleeding. Een luide, doordrin
gende gil ontsnapte aan de lippen van Ernst.
Verbaasd keerden zich de drie mannen om en O tt o
kwam nog maar nauwelijks bijtijds om den knaap
in zijn armen op te vangen. Geheel bewusteloos
viel hij neder.
ïiMais c'est done tine jille La masquerade
riep Julius uit en de overigen twijfelden niet,
de flauwte en de angstkreet haddon een geheim
verraden, dat zoovele jaren goed bewaard was
gebleven.
Ernst was een meisje, het meisje was Fre-
d erik a F alk.
»Ik had het kunnen wetenzeide Albert (de
Maestro, Otto Weis) tegen zijn bruid, »den
eersten avond, toen gij met uw aanbevelingsbrief
bij mij kwaamt, was het mij plotseling alsof ik
de liederen hoorde zingendie wij als kinderen
zongenen zoo dikwijls ik u aanzagdacht ik
steeds onwillekeurig aan de dagen mijner jeugd.
Ik kon vermoed hebben dat er iets geheimzinnigs
in onze verhouding was, toen ik zoo bang werd
voor uw gevecht met Julius," en de Maestro
drukte Frederika dichter aan zich, als vreesde
hij nog voor eenig gevaar.
Zij had hem dadelijk herkend.
»Maar waarom hebt ge mij nooit gezegd wie
ge waart?"
»Hoe kon ik weten of gij nog aan de kleine Fre
derika zoudt denken? Daarom bleef ik wachten."
»En als ge u niet onwillekeurig verraden hadt
zouden we misschien nog wachten," merkte hij