EEN VOLKSVERTELLING.
Vrouw van den Berg was een best mensch
en haar man had een goede vrouw aan haar, ze
was zindelijk en ordelijk en ze stond weinig te
praten met de buurvrouwen. Wat echter jammer
was ze had er volstrekt geen begrip van hoe
ze met hare kleine kinderen moest omgaan en
van daar dat eenige al heel vroeg stierven an
dere een kwijnend bestaan voortsleepten. Geen
enkele van het zevental, dat zij had gehad, was
tierig en fleurig geweest en het jongste dat zij
nu heeft.ochje zoudt medelijden hebben met
dat narezwakke bloedjezoo bleekzoo rimpelig,
zoo slap en onfrisch als het er uitziet. »Mensch,
mensch, ze heeft ook zoo erg het zuur, kijk eens
aanalles komt er gedurig weer uit. 't Is zonde
zegt zoowel van den Berg als zijn vrouwwant
onwillekeurig denken ze er nog aan hoe goed zij
het verleden jaar hadden, toen de vrouw als
loopmin een aardig stukje geld thuis bracht en
zoo velerlei goede zaken kreeg van de dame
wier kindje zij zoogde. Wat was die moeder
dankbaar, en geen wonder, want wat was dat
kindje heerlijk gegroeid't Was nu nog een
schilderij om het te zien, wangetjes als melk en
2