26 Zoo lustig hup'lend blikt ze op zij Daar in een kamp en roept nu blij »Hoe is het Anne, ben je klaar?" En zie mooie Anna is al daar. Iets verder staan er met haar vracht Meer andre deernen op de wacht, En wat gegroetwat gillen vaak Somtijds gelijk aan eend-gekwaak En immer wordt de stoet vermeerd Die opgeruimd van 't melken keert: Hoe korter dus de weg ter hei, Te langer wordt de korte rei. Ter rustplaats, 't lang verbeide doel, Ontstaat een nieuw en druk gewoel: Een ieder smijt het juk hier af En danst een hopsa op een draf; 't Orkest is altijd bij de hand Wie zitten gaat is muzikant En wals en polka en galop Gaan zelfs bij treurgezangen op. Juist komt een snijder aangetreen, Met fijne broekmaar dun van been Wien elk een lieflijk woordje geeft Waar hij een week wel zat aan heeft.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1874 | | pagina 114