OP EEN BRUILOFT. De groene krans hing met de kroon En bloemenkeur belaan, Daar kwam de rijke schout zijn zoon En ving de bruidsdans aan. Daar vloog hij met zijn schoone heen, Een ieder zag naar haar; Bij de and're deernen was er geen Die half zoo mooi maar waar. Zij danste vlug gelijk een ree; Zij was zoo fier en groot; Zoo blank als sneeuw is was ze mee En als een roos zoo rood. Hare oogen bruinhet, haar zoo zwart Haar tanden als ivoor Men keek en keek zich schier verward In zulk een zonnegloor.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1874 | | pagina 116