31
Nog wekt de scheemring mijn gevoel
En stemt me als eertijds weer;
Dan vloeit mijn bloed weer even warm
Als bij de bron weleer;
Dan wend ik mij zoo haastig om
Als ware ik niet alleen
Doch al wat ik bespeur, Johan,
Dat is ik sta en ween.
Uit het Ditmarsch.
P. K. DROSSAART.