11 oogendie uw hart in vuur en vlam zettenen dan hebt gij iemand om voor te leven." »En waarom zoekt gij geen vrouw en maakt gij uzelven geen tehuis?" »Wel, ik heb een gevoel alsof ik dat alles lang geleden al doorleefd heblang voordat gij geboren waart en het schijnt mij toe dat het beste deel van mijn leven al achter den rug is." Gij zijt dus eens verliefd, misschien verloofd geweest?" en de leerling keek den maestro vra gend aan." «Hebt gij den nachtegaal wel eens gehoord?" vroeg deze. «Dikwijls, zeer dikwijls." «Weet gij wat hij zingt?" «Neen, wat bedoelt gij?" «Een vriend van mij, een dichter, beweert dat de nachtegaal de geschiedenis bezingt van de liefde die wij niet gekend hebbenmaar die we gevoeld zouden hebben als het mogelijk was geweest Nu dat is mijn geschiedenis, ten minste dat geloof ik." De leerling probeerde nog op velerlei wijzen den Maestro uit te lokken om meer te zeggendoch blijkbaar wilde deze het gesprek niet vervolgen. Alleen vroeg hij plotseling: «hebt gij geen zuster?" en zeide, toen deze vraag ontkennend was beant woord: «dat is jammer. Mij dunkt, op haar zou ik verliefd kunnen worden." Maestro Weiss leefde vroeger juist niet zoo heel geregeld; zat hij 's avonds gezellig in een café, hij dacht aan geen klok, ook dronk hij wel eens een glas wijn meer dan goed voor hem was en in het geheel hield hij van het leven der Bohémiens, Nadat zijn leerling bij hem gekomen was veranderde hij zijn gewoonten echter van lieverlede en begon veel geregelder thuis te komen. 't Was alsof hij een goed voorbeeld wilde geven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1874 | | pagina 99