14
De naastbij zij ndenFriesen vooraan, behoefden
een dergelijke aanmaning niet, en stormden op
den vijand loshoewel Fischer hen te vergeefs
waarschuwde en ruw als hij was, »de verwenschte
melkmuilen" uitschold en eenige vloeken nazond
toen zij toch niet hooren wilden.
Zelfs toen er appèl geblazen werd, om de jeugdige
heethoofden van hun gevaarlijke, nuttelooze onder
neming terug te houden, voerde hun krijgshaftige
ijver hen nog altijd verder. De voorsten van allen
waren Friesen en Körnerdie op zijn witten
schimmel als een jeugdige oorlogsgod voortrende
terwijl hij zacht het zooeven gemaakte gedicht zong
„Du Schwert an meiner Linken
Was soil Dein heitres Blinken?
Schaust mich so freundlich an,
Hab' meine Freude dran,
Hurrah 1"
Hoera! riepen de dappere kameraden hem na,
en lieten hunne zwaarden kletterend op de hoofden
der vijanden neerkomen.
Daar knalt een schotde kogel treft het edelste
hart dat ooit voor vrijheid en vaderland heeft gesla
gen. Körner stort stervende van zijn paard. Nog
eenmaal sloeg hij de donkere zielvolle oogen op.
»Het zal wel niet veel beteekenen," fluisterde
hij lachenden blies op hetzelfde oogenblik den
Iaatsten adem uit.
Na den dood van zijn vriend verviel Friesen in
een sombere zwaarmoedigheid, waaruit zelfs de
trouwe Bietinghoff, die zijn vriendschap voor hem
nog verdubbelde, hem niet vermocht op te wekken.
Een bittere herinnering knaagde aan zijn hart, de
smart eener hopelooze liefdewaartegen hij met
alle kracht gestreden en geworsteld hadzoodat
hij den dood als de eenige redding beschouwde in
dezen tweestrijd.