i 11111, Rust verving het woelig leven, Duister is het ginder ver De oogen hemelwaarts geheven Zien slechts hier en daar een ster. Slaap en laat de boozen zorgen Heb geen kommerstort geen traan Komt er eerst een nieuwe morgen 't Zal met God wel verder gaan. Menig legt ten slaap zich neder Neder voor een eeuw'gen nacht, Opent de oogen nimmer weder Schoon hij aan geen sterven dacht. Zeg kunt gij u vast verklaren Eer de nacht daar henen gaat, Of de dood u nog zal sparen Of u morgen 't hart nog slaat?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1875 | | pagina 115