7
onze vaste wil zullen onze rechtvaardige zaak de
zege doen behalen en hiermede een roemrijken
vrede en den terugkeer van een gelukkigen tijd."
Terwijl Fries en deze woorden met gloeiende
wangen en schitterende oogen sprakheerschte
er een diepe, indrukwekkende stilte, die door luide
bijvalskreten werd afgebroken.
De lucht weergalmde van de kreet: »Met God
voor Koning en vaderlandzoodat de vensters
van het raadhuis dreunden.
Vrienden en bekenden echter drongen zich om
Friesen als de held van den dag en trokken hem
zijns ondanks met zich, ten einde in een nabijzijnd
koffiehuis de koninklijke boodschap te vieren. Hier
presideerde aan een lange tafel de zeventigjarige
ritmeester Fischer, een oude sabreur met een lange
witte baard die hem tot op de borst reikte
gewapend met een groot slagzwaard daar geen
ander bij zijn hooge gestalte paste. Aan zijn rechter
zijde zat de niet minder beroemde Peter Beuth
de latere schepper en grondvester der Pruisische
industrie, aan zijn linkerzijde de alombekende Jahn,
de vader der edele schermkunst. Door elkander
volgden Leo von Lützow, de broeder van den majoor
en diens zwager de beroemde graaf Dohnade
dappere broeders Petersdorff, de beminnenswaardige
PalmThummeleen der bloedverwanten van
dien geliefden dichterde drie bekwame genees
kundigen, Reil, Meckel en Kruckenberg, de ervaren
Dorow en de latere hofraad en geschiedschrijver
Friedrich Förster, uit Berlijn.
Friesen verkreeg heden echter de eereplaats tus-
schen zijn beide beste vriendenden ridderlijken
August von Bietinghoff en den beroemden dichter
Theodoor Körner, tot wien hij zich bijzonder voelde
aangetrokken.
Spoedig zaten mannen en jongelingen in een